top of page

Kennisgroepstandpunt - Standpunt over toepassing artikel 4.12a Wet IB 2001 op vervreemdingsvoordeel

  • Foto van schrijver: Mahesh Ramgoelam
    Mahesh Ramgoelam
  • 1 apr
  • 2 minuten om te lezen

Samenvatting standpunt KG:003:2025:7 – Artikel 4.12a Wet IB 2001 bij overlijden


Casus

Een erflater (A) had aandelen in A BV en B BV. Bij overlijden in 2024 ontstaat een fictieve vervreemding (art. 4.16 Wet IB 2001).

  • A BV: positief voordeel van € 800.000

  • B BV: negatief voordeel van € 200.000

  • Per saldo inkomen uit aanmerkelijk belang: € 600.000


Vragen

  1. Is het bedrag dat onder de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 kan worden uitgekeerd maximaal € 600.000?

  2. Kwalificeert enkel een dividend uit A BV voor toepassing van de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001?



Antwoorden

  1. Ja, de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 kan tot een maximum van € 600.000 worden toegepast, namelijk tot het bedrag dat bij A (per saldo) in aanmerking is genomen ter zake van de overgang krachtens erfrecht.

  2. Ja, artikel 4.12a Wet IB 2001 kan voor € 600.000 enkel worden toegepast ten aanzien van een dividend uit A BV.



Toelichting

De faciliteit is bedoeld om dubbele belasting (bij overlijden en bij dividenduitkering) te voorkomen. Dat risico bestaat alleen voor aandelen met een positief vervreemdingsvoordeel.


Opmerking STER

Bij overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder – iemand die bijvoorbeeld aandelen bezit in een besloten vennootschap (BV) – wordt fiscaal gezien gedaan alsof die aandelen op dat moment zijn verkocht. Dit leidt tot belastingheffing over de waardestijging van die aandelen in box 2 van de inkomstenbelasting. Om te voorkomen dat over hetzelfde voordeel later opnieuw belasting wordt geheven bij de erfgenaam, bestaat er een vrijstelling op grond van artikel 4.12a van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Deze regeling houdt in dat een dividenduitkering uit de vererfde aandelen, mits deze plaatsvindt binnen 24 maanden na het overlijden, onder voorwaarden belastingvrij mag worden gedaan. De vrijstelling geldt maximaal tot het bedrag dat bij de overledene al in box 2 is belast bij de fictieve vervreemding. Tegelijkertijd wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen met datzelfde bedrag verlaagd, zodat toekomstige heffing wel weer op zijn plaats is.

Om gebruik te mogen maken van deze faciliteit, gelden enkele belangrijke spelregels. Zo moet het gaan om aandelen die krachtens erfrecht zijn verkregen, en de vrijstelling is alleen van toepassing op het deel van de aandelen waarvoor bij de erflater een positief vervreemdingsvoordeel is vastgesteld. De regeling is bovendien gebonden aan een maximale termijn van 24 maanden na overlijden, en bij meerdere erfgenamen moet het maximale vrijgestelde bedrag onder hen worden verdeeld.

Let op: hoewel deze regeling fiscale verlichting kan bieden, is een juiste toepassing sterk afhankelijk van de feitelijke situatie. De wet stelt strikte voorwaarden aan de toepassing van deze vrijstelling, waardoor zorgvuldige beoordeling essentieel is.


Heeft u hierover vragen? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder. U bereikt ons via info@steradvies.net of 0229-313036.

 
 
 

Comments


bottom of page