Inkomsten uit oplichting belast als Resultaat uit Overige Werkzaamheden (ROW)

Onlangs is een bijzondere uitspraak verschenen die ons kantoor graag met u deelt.

Een vrouw verkeert door een scheiding en baanverlies in financiële problemen en vraagt via internet om hulp. Een medewerker van Rijkswaterstaat biedt financiële steun, eerst vanuit zijn eigen rekening, later rechtstreeks via frauduleuze betalingen vanaf Rijkswaterstaat. Hij diende valse facturen in, keurde ze goed en liet het geld overmaken naar haar rekening. In totaal is bijna €140.000 overgemaakt, waarvan een deel terugging naar de medewerker.

De Belastingdienst merkt de ontvangen bedragen aan als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) en legt aanslagen op voor 2017–2019. De vrouw stelt dat geen sprake is van arbeid, maar de rechtbank oordeelt dat haar activiteiten, waaronder geld vragen en haar rekening beschikbaar stellen, wel als arbeid gelden. Ook is er sprake van een economisch verband, omdat de bedragen van Rijkswaterstaat kwamen, met wie zij geen relatie had.

De rechtbank oordeelt dat navordering mogelijk is wegens kwade trouw. Uit chats en telefoongesprekken blijkt dat ze wist dat de inkomsten onrechtmatig waren en actief meewerkte aan de oplichting. De aanslag over 2017 vervalt echter, omdat die te laat is opgelegd.